Heinz krijgt nog steeds tranen in zijn ogen als hij terugdenkt aan de verstoorde relatie met zijn vader. Heinz: “Hij was een narcist, een ik-gericht persoon. Het uitte zich in scheldpartijen, lichamelijke en geestelijke mishandeling.” Heinz herinnert zich dat hij vanaf zijn 4e jaar al bad dat God zijn vader zou veranderen. Vlak voor zijn 59ste verjaardag krijgt Heinz een brief met excuses van zijn vader. Een ontroerend getuigenis over vergeving en verzoening tussen vader en zoon.